© Rootsville.eu

Bluebird (B)
Blues
SR&BC Stekene
(07-02-2020)
reporter & photo credits: Marcel


info organisatie: SR&BC Stekene
info artist: Bluebird

© Rootsville 2020


Het moet niet elke keer een lange verplaatsing zijn. Deze keer wat dichter bij huis, in Stekene, voor het bezoek van Bluebird. Een bende jonge wolven die geregeld het goede weer maken in de regio van Gent. De band is nauw verbonden met Gent, bluesjoint Missy Sippy en het publiek. Ze brachten zelfs een "Live in Missy Sippy" CD uit. Wie deze getalenteerde telgen nog niet kent, weet nu de remedie, of je kon ook afzakken naar Stekene natuurlijk.

De band bestaat uit Matis Cooreman (harmonica, zang ),  Lajos Tauber (gitaar, slide, zang), Kasper Van de Ponseele (gitaar ) en Natan Goessens op drums, maar die werd voor deze keer vervangen door niemand minder dan Bernd Coene.

Bluebird brengt doorleefde songs met harmonicasolo’s die refereren naar de tijd dat blues” a way of life was”, met echo’s van Walter Horton, de beide Sonny Boy Williamsons,  George Harmonica Smith, James Cotton en Little Walter. De gitaren spreken, huilen en fluisteren op het juiste moment. De backbeat is steady-groovy en heeft een borstelige-soft-touch. De band neemt het publiek mee op een tocht door de Mississippi Delta en passeert even langs de Chicago blues-scene, waar ze een aantal obscure jaren 1930-40 bluessongs wegritsen.

Tussendoor vergeten ze ook niet hun eigen werk aan de man te brengen, kortom een fijne bluesblend. Veel volk was er niet afgezakt naar Willy’s Place deze keer, maar niemand liet het aan zijn hart komen en de pintjes gingen vlotjes over de toog. Na de aankondiging van MC Geert, die zijn respect uitdrukte voor jonge gasten die de blues speelden, werd afgetrapt met ‘I’m Going Back’. Onmiddellijk wist je dat er hier kwaliteit op het podium stond.

Lajos en Kasper, beiden gewapend met de akoestische gitaar, het afgemeten drumgeroffel van Bernd en de snerpende harmonica van Matis... alles klopte. ‘Hus Hush’, ‘Bad Take Jungle’’ bevestigden dit alleen maar. In ‘Pushing To Hard’ ontwaarden we zelfs wat Zuid-Amerikaanse ritmes die wat deden denken aan de rumba of de mambo.

‘Gypsy Moon’ klonk dan weer psychedelic met de aangepaste zigeunerklanken en was soort een ode aan Woodstock en met ‘Smiling Machine’ kregen we er eentje van op de cd. Op ‘You Got Me Dizzy’ van Jimmy Reed, werd gezongen door Lajos, die bewees een heel warme en aangename stem te hebben en, wat mij betreft, beter dan Matis. Die laatste compenseert dat wel met zijn enorm talent op de Mississippi saxofoon. Net voor de pauze werden we nog getrakteerd op een speciale versie van ‘St James Infirmary’.

‘ I Love You Pretty Baby’, so ging de tweede set van start. Muzikaal nog steeds op een hoog niveau. Chapeau voor deze jonge snaken, ze weten echt waar Abraham de mosterd vandaan haalt. We mochten zelfs genieten van een streepje Black Sabbath in blues. Met ‘Honey Bee’ mocht het wat trager en ingetogener. De nummers werden iets langer en meer uitgesponnen, maar voor één keer, stoorde mij dat niet. Alles klopte. Stilaan gingen we naar het einde toe met een, alweer, door Matis geschreven nummer ‘Indian Headed Monkey’ om af te sluiten met het pittige en zeer stevige ‘Bad Cold’. Iedereen leek tevreden en de youngsters mochten terugkomen voor de obligate “encore”.

Wat mij betreft een geslaagd optreden. Muzikaal zéér sterk, goed afgewisseld en meeslepend. Enig klein minpuntje, wat mij betreft dan toch, is de stem van Matis waar nog wat werk aan is, zeker als je vergelijkt met de warmte die Lajos wist over te brengen. Maar ik zag meer positieve punten en dat is goed. Vooral veel respect voor die jongen gasten die zich verdiepen in de blues en dat op zo’n manier weten over te brengen. Niks dan lof dus ! (Marcel)